Op dinsdag 19 maart om half 3 verdedigde Werner de Gier zijn proefschrift 'Ecomorphological aspects in the evolution of endosymbiotic crustaceans’, in het academiegebouw in Groningen. Voor zijn promotieonderzoek bij Naturalis bestudeerde hij de ecologie en morfologie van symbiotische kreeftachtige soorten in een evolutionaire context. Werner is erg trots dat hij tijdens zijn onderzoek, naast het vakgebied van zijn begeleider, ook de kans had om zijn eigen taxonomische expertise te ontwikkelen. Zo heeft hij tijdens zijn onderzoek zich verdiept in de gastheer interacties van zowel garnalen als erwtenkrabbetjes. "Ik ben echt heel trots op het feit dat ik mijn eigen vakgebiedje mocht oprichten hier in Naturalis"
Fascinatie voor de kleine beestjes
Van jongs af aan is Werner geobsedeerd door de natuur; de fascinatie lag toen al en ligt nog steeds vooral bij de hele kleine beestjes. Tijdens vakanties naar Egypte en Tunesië verzamelde hij al alles wat aangespoeld was, wat rond kroop tussen de struiken, of wat ‘s avonds op de lampen af kwam, zoals kakkerlakken.
De weg naarKreeftachtigen
De interesse in zijn eigen vakgebied kwam pas later tijdens zijn bachelor. In het eerste jaar volgde hij het vak “Biodiversiteit Dier” over ongewervelden van Michiel Hooykaas, waarbij veel tekenwerk aan te pas kwam. Werner haalde hier zoveel plezier uit, dat hij het wel zou willen gebruiken in de aankomende stage in het derde jaar. Wetenschappelijk tekenen is nu vooral binnen de taxonomie van kreeftachtigen nog erg gebruikelijk, dus met dat in het achterhoofd wist Werner dat hij moest gaan zoeken naar een zogeheten “carcinoloog” (een kreeftachtigen-expert).
Zijn interesses in zowel natuurhistorische collecties, als het tekenwerk, leidde hem in 2016 naar Charles Fransen, garnalen expert bij Naturalis. Zijn eerste stageverslag over de zogeheten “hobbitgarnaal” (Odontonia bagginsi) publiceerde Charles en Werner in 2018, waarbij de samenwerking leidde tot een Master-stage, en daarna zelfs een PhD. “Toen ik erachter kwam dat ik gewoon bij één van de experts zowel het natuurhistorische aspect als het tekenen kon combineren, wilde ik hier voor eeuwig soorten beschrijven.”
Onderzoek naarGarnalen en krabben
Werner heeft onderzoek gedaan naar twee groepen kreeftachtigen, namelijk de erwtenkrabbetjes en commensale garnalen. De twee groepen commensale garnalen die hij onderzocht heeft zijn endosymbionten, dat betekent dat ze in andere rif-bewonende dieren leven. Dat zijn veel gevallen zakpijpen (een soort zakvormig dier met twee ingangen) of tweekleppigen (oesters, mossels, en andere schelpdieren). De erwtenkrabbetjes leven grotendeels parasitair, en voornamelijk ook in deze tweekleppigen.
Nieuwe werkwijze voor kreeftachtigen
In zijn promotieonderzoek heeft Werner een nieuwe werkwijze beschreven binnen het taxonomisch en evolutionair onderzoek naar kreeftachtigen. In deze werkwijze worden ecologie (in dit geval gastheerkeuze), evolutionaire geschiedenis en de morfologie (de vorm van het dier), aan elkaar gelinkt.
Om de morfologie van de beestjes te bestuderen heeft hij een methode gebruikt die we de morphometrie noemen. Dit is een methode waarmee morfologische eigenschappen omgezet worden in data die geanalyseerd kunnen worden door statistische programma’s. Op basis daarvan kunnen we zien welke soorten meer op elkaar lijken, en welke (ecologische) factoren invloed hebben op de lichaamsvormen.
Werners onderzoek resulteerde in zogeheten “phylomorphospaces”. Dit zijn figuren die de vormen van de dieren combineren met hun evolutionaire geschiedenis (een stamboom). Met behulp van deze grafieken is af te lezen, hoe dieren veranderen van vorm in de loop van de evolutie. Ook laten deze figuren dus zien hoe twee dieren van verschillende afstammelingen toch dezelfde morfologie kunnen hebben. Deze informatie is erg belangrijk in het onderzoeken van factoren die een rol spelen in de evolutie van de lichaamsbouw - in dit geval bijvoorbeeld hoe een endosymbiotische levensstijl bijdraagt aan de vorm van de garnalen en krabbetjes.
Het werk van Werner is een nieuwe stap in onderzoek naar de kreeftachtigen.“Ik ben er zeker van dat dit de nieuwe standaard gaat worden, zeker voor collectie onderzoek."
Fundamenteel onderzoek voor natuurbehoud
Hoewel zijn onderzoek natuurlijk als fundamenteel bestempeld kan worden, kan het hopelijk ook uiteindelijk bijdragen aan conservatiebiologie. Ecologische en evolutionaire onderzoeken zoals deze kunnen gebruikt worden om te zien wat dieren zullen gaan doen in een steeds veranderende oceaan. Ook het beschrijven van ecologische interacties en de dieren zelf is belangrijk, want je kan de natuur alleen beschermen als je weet wat er leeft en hoe de interacties werken. Deze link tussen fundamenteel en toegepaste wetenschap vindt Werner belangrijk om te benoemen. “Ik ben zeker een voorstander van fundamenteel onderzoek, het zijn de eerste stenen voor conservatiebiologie - dit is iets wat heel vaak vergeten wordt.”
Kansen voor Wetenschapscommunicatie
Werner heeft genoten van het werken in Naturalis. Zijn tijd hier heeft hem kansen geboden om zijn eigen wetenschapscommunicatie vaardigheden te ontwikkelen, zeker door de verbinding met het bezoekers-deel van het museum. Zo kon hij regelmatig het museum in en een presentatie geven over zijn werk, of bijspringen bij lesprogramma’s. Daar kon hij - onder begeleiding van de teams van Communicatie en Educatie - direct zien hoe hij het museumpubliek, maar zeker ook de jongere generaties, kon inspireren.
Pride event georganiseerd
Naast het presenteren van zijn eigen werk, is Werner vooral trots op de Pride events die hij hier in Naturalis heeft kunnen helpen organiseren. Hij vind het heel belangrijk om te laten zien dat er queer wetenschappers zijn, en nam “Pride in Naturalis” als kans om dat te doen. Tijdens corona heeft hij zelfs een Tiktok live stream event gepresenteerd, waarin hij aan de hand van een deel van de collectie liet zien dat er verschillende dieren zijn die “queer gedrag” vertonen. Als hij niet gestopt was, had hij er nog zeker 3 uur over kunnen praten. “Ik ben heel blij dat ik hieraan heb meegeholpen, en dat we op die manier hebben kunnen laten weten dat we er gewoon zijn. Het is niet raar in het dierenrijk en zeker ook niet bij mensen - niets is hier “onnatuurlijk” aan."
Studenten inspireren
Tenslotte wil Werner benadrukken hoe belangrijk de rol van wetenschappers is voor de studenten. Studenten kun je al inspireren tijdens hoorcolleges en practica, maar vooral ook als stage begeleider. Hij vind het heel belangrijk om stagiaires mee te nemen als volwaardig collega’s. “Ik denk niet dat je als wetenschapper alleen een nalatenschap hebt van het aantal citaties en publicaties. Juist de studenten die je hebt kunnen inspireren, en die je herinneren, die doen ertoe.”