In de collectietoren van Naturalis bevinden zich ongeveer 3.5 miljoen vlinders. Onderzoekers hebben ze de afgelopen 200 jaar over de hele wereld verzameld om zo een beter beeld te krijgen van biodiversiteit. De vlinders bieden een schat aan informatie: Welke vlinders kwamen waar en wanneer voor? Hoe zijn de vlindersoorten over de wereld verspreid en hoe zit het met de biodiversiteit? De vlinders in de collectie kunnen onderzoekers antwoorden geven op dit soort vragen. Maar daarvoor moeten ze wel eerst ‘herontdekt’ worden door de onderzoekers van Naturalis. De 3.5 miljoen vlinders in de toren geven hun informatie prijs aan onze taxonomen, die het vervolgens digitaal beschikbaar maken zodat wetenschappers over de hele wereld straks gebruik kunnen maken van de kennis van Naturalis.
Schatgravenin de collectietoren
Het in kaart brengen van de vlinders is soms best een lastige klus, want veel van de vlinders zijn in de negentiende eeuw verzameld. In die tijd was het vaak een kwestie van ophalen en opprikken, zegt vlinderexpert Rob de Vos. Informatie over de vlinders ontbreekt vaak of is incompleet, wat het werk van de taxonoom soms tot detectivewerk maakt. Handschriften ontcijferen, monsters dateren en de vlinders in de juiste familie plaatsen, in de collectie van Naturalis heeft Rob van 2011 tot 2013 hier zijn schouders onder gezet. Het sorteren en zuiveren van de verschillende families is nu grotendeels gedaan en de wetenschappers die de collectie gebruiken zien al veel verbetering. Nu volgt nog de monsterklus om alle vlinders correct tot op soort te determineren.
Om de collectie optimaal te kunnen benutten voor wetenschappelijk onderzoek is het belangrijk dat de gegevens van alle vlinders zo gedetailleerd mogelijk worden vastgelegd. Nu de vlinderfamilies redelijk gesorteerd zijn is het zaak om de gegevens te verfijnen naar genus en tot slot naar soort. Het determineren en registreren van vlinders doen we met een team van enthousiaste vrijwilligers. Dit is een monsterklus die tientallen jaren in beslag zal nemen, maar als de gegevens digitaal ontsloten worden, kunnen onderzoekers daar interessante bevindingen uit halen.
Zeldzame soorten Kersen op de taart
Het inventariseren en organiseren van de vlindercollectie is een soort schatgraven. Het terugvinden van een ‘type’, dat wil zeggen een uniek specimen dat ooit is aangewezen en wordt gebruikt om de kenmerken van een taxon te definiëren (een soort ‘template’ voor een soort dus) is voor Rob een echte kers op de taart. Het vinden van obscure, zeldzame soorten vindt hij het meest interessant. Het grootste deel van de collectie van Naturalis is verzameld in de tropen, waar de stelregel ‘Rare is common, common is Rare’ opgaat (quote: Jeremy Miller). De grote bekende blikvangers met mooie kleuren doen het weliswaar goed voor de collectie en het publiek, maar die soorten zijn vaak al uitvoerig beschreven en zijn bekend. Het onbekende is altijd het spannendst en het mooie is, je hoeft er de deur niet voor uit, het valt gewoon te ontdekken in de collectietoren van Naturalis!
De typen in de collectie van Naturalis komen veelal van bekende verzamelaars uit de 19e eeuw. In die tijd was men vaak niet al te accuraat op hun etiketten. Vind je een oud specimen en vermoed je een type? Dan begint het echte detectivewerk. Is er literatuur aanwezig? Is het handschrift van de vinder nog te ontcijferen? En klopt het etiket wel? Dit is leuk werk en kan tot spannende ontdekkingen leiden. De leergierige vrijwilligers van Naturalis die zo’n ontdekking doen zetten we graag in het zonnetje, want als een vlinder een naam heeft draagt hij bij aan kennis over onze collectie en uiteindelijk ook de biodiversiteit.
Ontdekkingenin de toren
Specialisten wereldwijd komen met vragen over onze collectie. Toen een collega van het Brits museum onlangs een nieuwe soort uilvlinder vermoedde zijn wij in onze collectie gedoken en konden wij bevestigen dat er inderdaad twee soorten waren waar er in eerste instantie één bekend was. Het verschil was minuscuul en zat in de palpen. Dat zijn kleine aanhangsels aan de kop van de vlinder. Zelf doet Rob onderzoek aan beervlinders van Nieuw Guinea. Hierbij heeft hij ook zo’n verschil gevonden in de externe kenmerken van een soort, die uiteindelijk twee soorten bleken te zijn.
Lang stonden twee soorten beervlinders onder één naam bekend. Speurwerk onthulde kleine verschillen in de palpen en genitalia. Het leefgebied van de twee soorten bleek ook te verschillen, de een met verspreiding in het laagland en de ander in het hooggebergte. Als gegevens over insecten worden gedigitaliseerd kunnen slimme algoritmen dit soort verschillen waarnemen en de onderzoekers helpen bij het onderscheiden van soorten. Digitaliseren van de collectie is dus van groot belang!
Het belang van taxonomieGeef het beestje een naam
Waarom willen we soorten zo graag op naam brengen? "Een winkelier wil weten wat hij in zijn winkel heeft", zegt Rob. "Een item in de collectie is pas interessant als het een naam heeft en een geregistreerde plaats. Niet om te pronken, maar voor de wetenschap. De collectie in de toren geeft een beeld van biodiversiteit door de eeuwen heen en dat beeld helpen wij compleet maken. De waarde van taxonomie is belangrijk voor begrip over soorten. Waarom is de ene soort bijvoorbeeld schadelijk voor gewassen en een ander soort niet? Dat soort informatie haal je niet uit DNA alleen. Soms willen we het nut van een organisme weten voor de mens, soms willen we bijzondere soorten gewoon beschermen. Er is nog zoveel onbekend dat je niet altijd meteen kunt zeggen wat de functie van een organisme is binnen het ecosysteem. In de ecologie gaat functie tegenwoordig vaak boven taxonomie, maar in onderzoek blijft taxonomie leidend. Pas als we een soort hebben gedefinieerd en het DNA bekend is kunnen we die informatie gebruiken, bijvoorbeeld als de geslachten van eenzelfde soort erg verschillend zijn van elkaar (dimorf) of bij extreme variatie."
Live Sciencevrijwilligers in actie
De specialisten en vrijwilligers werken hard aan dat digitaliseren en zullen dat in het nieuwe museum ook live gaan doen. Bezoekers kunnen het werk van dichtbij bekijken en er meer over leren. Een grote collectie van 500.000 vlinders in papillotten (papieren zakjes) is inmiddels voor een groot deel ontsloten. Er zijn nu ruim 80.000 papillotten uitgepakt en in kaart gebracht. Bij elke 10.000e vieren we een feestje! In het nieuwe museum gaan we met 15 vrijwilligers, 3 werkplekken 5 dagen per week aan de slag. Het is wel even anders werken in de LiveScience-zaal in het museum, met het publiek dat over je schouder meekijkt. Het is erg waardevol om dit te kunnen laten zien. In het nieuwe museum hebben we er straks 2 werkplekken bij. Er zijn regelmatig vacatures voor enthousiaste vrijwilligers. Kom jij ons straks helpen om de schatten van onze collectietoren te ontdekken?