Zaterdag 19 maart brachten honderden strandgangers op Nederlandse stranden meer dan 21.000 schelpen op naam. De deelnemende organisaties zijn dolblij met dat resultaat.
Honderden tellerskeer honderd schelpen
Het prachtige weer trok op 19 maart veel mensen naar de stranden, en daar vond iets plaats dat in Nederland nog nooit eerder was gedaan: een schelpenteldag. Iedereen kon meetellen, door 100 schelpen te rapen (lees hier meer over hoe dat ging). Met een zoekkaart of met de hulp van ter plekke aanwezige experts brachten de tellers de schelpen op naam. De gegevens zijn samengevoegd, en vergeleken met die van de tellers op de Belgische stranden.
In Nederland zijn er op acht stranden meer dan 21.000 schelpen geteld, van een kleine vijftig verschillende soorten. In België, waar voor de vijfde keer een schelpenteldag was, kwamen de strandbezoekers op 38.000 schelpen. In Nederland werden vooral veel strandschelpen geteld (de halfgeknotte en de ovale strandschelp), zwaardschedes en kokkels. Er waren ook bijzondere waarnemingen als de tere hartschelp die oorspronkelijk uit Zuid-Europa komt. Voor de echte liefhebbers is hier een .xlsx-bestand met alle resultaten.
Verschillen tussenNederland en Vlaanderen
Beide landen samen registreerden 60 verschillende soorten, waarvan twee derde gemeenschappelijk. Tien procent van alle schelpen en aangetroffen soorten waren niet-inheems.
“Vlaanderen zag de top-5 van de voorbije jaren bevestigd”, vertelt Jan Seys van het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ), de bedenker van de Grote Schelpenteldag in België. Nonnetjes worden daar het meest gevonden (37%), gevolgd door de halfgeknotte strandschelp, kokkel, mossel en de Amerikaanse zwaardschede. We vermoeden dat de uitstroom van de Schelde een grote invloed heeft op de Vlaamse schelpenstand. Als de Nederlanders een volgende keer ook in Zeeland gaan tellen, lijkt de uitslag daar vermoedelijk meer op die in Vlaanderen. Ik ben heel blij dat we deze vergelijking met de Hollandse stranden kunnen maken, en hoop dat we dat vaker kunnen doen, mogelijk zelfs met Frankrijk en Duitsland er ook bij.”
“Een tweede verschil lijkt aan te sluiten bij de nabijheid van het Schelde-estuarium”, stelt Seys. “Dit mondingsgebied, net ten oosten van de Belgische kust, is slibrijker dan de meer zandige Zuid-Hollandse kust en de Vlaamse westkust, en huist nogal wat veenformaties in en op de zeebodem. De slibrijke omgeving is ideaal voor het Nonnetje, de veenbanken als leefomgeving voor de Amerikaanse en de Witte boormossel”. Het Nonnetje kwam bij de Nederlandse tellingen pas op de achtste plaats, met nauwelijks 2% van alle gevonden schelpen. Boormosselen kwamen er niet in de top-10, terwijl ze aan de Vlaamse oostkust samen 9% van alle schelpen uitmaken.
Als de Nederlanders een volgende keer ook in Zeeland gaan tellen, lijkt de uitslag daar vermoedelijk meer op die in Vlaanderen, verwachten zowel het VLIZ als Naturalis. Seys: "Ik ben heel blij dat we deze vergelijking met de Hollandse stranden kunnen maken, en hoop dat we dat vaker kunnen doen, mogelijk zelfs met Frankrijk en Duitsland er ook bij."
Tevredenterugblikken
“Het was een topdag”, vat marien ecoloog Serena Rivero van Stichting De Noordzee het samen. “Het is prachtig om te zien hoe strandgangers de magie van biodiversiteit op hun strand ontdekken. Schelpen die er altijd al waren, maar die ze nu in een nieuw licht kunnen bekijken, met meer waardering voor de Noordzeenatuur.”
Ook schelpenexpert Frank Wesselingh van Naturalis blikt tevreden terug. “Geweldig enthousiasmerend om iedereen hard bezig te zien te ontdekken en leren en anderen daarbij te helpen.” Ook als wetenschapper is hij blij: “De fauna geeft voor mij voor het eerst een helder beeld van de dominante soorten van de Hollandse kust, en dat helpt bij het interpreteren van fossiele fauna’s die ik uit boringen bestudeer. Verder vind ik het verbazingwekkend dat een invasieve exoot (de Amerikaanse strandschelp) en een warmteminnende soort (de tere hartschelp) die nieuw zijn voor de Noordzee, zo snel al in de strandvondsten terug zijn gevonden.’
De schelpenteldag was een initiatief van Naturalis, de Nederlandse Malacologische Vereniging, Stichting Anemoon, Stichting De Noordzee en de Strandwerkgemeenschap. Het betrof een pilot op zeven stranden in Zuid-Holland en op Texel. De komende weken wordt de teldag geëvalueerd en bepaald of, en zo ja hoe, er een landelijk vervolg gaat komen.