Waarom evolueren sommige groepen veel verschillende soorten, terwijl evolutie in andere groepen, plekken of tijdsperiodes veel langzamer verloopt? Mijn onderzoek richt zich het grensvlak tussen ecologie en evolutie, van micro-niveau (lokaal, regionaal, recent) tot macro-niveau (globaal, diepe tijd) om deze vraag te beantwoorden.
Keywords
Angiospermen, evolutie, plant-dier interacties, phylogenetische vergelijkingsmethodes, functionele eigenschappen
Onderzoeksinteresse
Ik ben geïnteresseerd in de evolutie, adaptatie en verspreiding van biodiversiteit als gevolg van snelle, soms adaptieve, evolutie. Deze snelle evolutie zou het gevolg kunnen zijn van de interactie tussen de evolutie van nieuwe, functionele eigenschappen, en veranderingen in de omgeving die voordeel bieden voor die nieuwe eigenschappen. Kennis van de oorzaken van variatie in taxonomische, genetische, functionele en fylogenetische diversiteit is belangrijk voor bescherming van biodiversiteit en om te voorspellen wat er zal gebeuren met ecosystemen in de toekomst.
In mijn werk gebruik ik verschillende methoden - veldwerk, herbarium materiaal, laboratoriumwerk, analyse - om te begrijpen waar, wanneer en hoe angiospermen geëvolueerd zijn, welke functionele eigenschappen (bijv. evolutie van vruchten, sclerofylle bladeren) samenhangen met veranderingen in de snelheid van evolutie en soortvorming, en onder welke milieuomstandigheden deze eigenschappen en snelheidsveranderingen hebben plaatsgevonden. Een belangrijk aspect van mijn werk is het verzamelen van functionele planteigenschappen in het veld (bijv. Madagascar), van herbaria en uit de literatuur. Mijn werk geeft inzicht in waarom bepaalde ecosystemen (bijv. tropische regenwouden, Mediterraanse ecosystemen) hyperdivers zijn - in zowel soortenrijkdom als functionele diversiteit.
Actueleonderwerpen
Een selectie van de onderwerpen waar ik momenteel aan werk.
Megafauna en megavruchten
Evolutie van eigenschappen en convergentie
Plant-dier interacties
Belangrijkepublicaties
- Onstein, R.E., Kissling W. D., and Linder H. P. (2022) The megaherbivore gap after the non-avian dinosaur extinctions modified trait evolution and diversification of tropical palms. Proc. R. Soc. B.2892021263320212633.
- Alzate, A. & Onstein, R.E. (2022) Understanding the relationship between dispersal and range size. Ecology Letters, 25, 2303– 2323. doi: org/10.1111/ele.14089
- Méndez, L., Viana, D.S., Alzate, A., Kissling, W.D., Eiserhardt, W.L., Rozzi, R., Rakotoarinivo, M. and Onstein, R.E. (2022) Megafrugivores as fading shadows of the past: extant frugivores and the abiotic environment as the most important determinants of the distribution of palms in Madagascar. Ecography. 2022. doi: 10.1111/ecog.05885
- Onstein, RE (2020) Darwin’s second ‘abominable mystery’: trait flexibility as the innovation leading to angiosperm diversity. New Phytologist 228: 1741-174. doi: 10.1111/nph.16294
- Onstein RE, Baker WJ, Couvreur TLP, Faurby S, Herrera-Alsina L, Svenning JC & Kissling, WD (2018) To adapt or go extinct? The fate of megafaunal palm fruits under past global change. Proceedings of the Royal Society B 285: 20180882. doi: 10.1098/rspb.2018.0882
- Onstein RE, Vink DN, Veen J, Barratt CD, Flantua S, Wich SA, Kissling WD (2020) Palm fruit colour are linked to the broad-scale distribution and diversification of primate colour vision systems. Proceedings of the Royal Society B 20192731. doi: 10.1098/rspb.2019.2731
- Onstein RE, Baker WJ, Couvreur TLP, Faurby S, Svenning JC, Kissling WD. (2017) Frugivory-related traits promote speciation of tropical palms. Nature Ecology & Evolution 1:1903–1911. doi: 10.1038/s41559-017-0348-7
Mijn Google Scholar pagina geeft een volledige lijst weer van mijn publicaties.
Begeleiding vanpromovendi
Naturalis wil een vruchtbare bodem vormen voor wetenschappelijk talent uit binnen- en buitenland. Daarom hebben PhD-kandidaten een speciale positie binnen onze organisatie.
Ik ben groepsleider van de Evolution & Adaptation groep bij het German Center for Integrative Biodiversity Research (iDiv) Halle - Jena - Leipzig (Duitsland), en begeleid daar meerdere promovendi. Voor een overzicht van leden van deze onderzoeksgroep en waar zij aan werken, zie hier.