Op 13 december 2021 spoelde er een gigantische maanvis aan op de kust van Ameland. Een voorval dat zo uitzonderlijk is, dat Naturalis de vis in haar collectie wilde opnemen. Precies een jaar later zijn we bij het laatste stadium van het opzetproces aangeland. Maar waarom is het belangrijk dat deze vis bewaard blijft en wat is er zo bijzonder aan?
Flitsende camera’s en drommende mensen proberen allemaal een glimp op te vangen van de bak in het midden van de zaal LiveScience in Naturalis op 17 september 2022. Het is “Maanvisdag”. In de bak ligt een maanvis van bijna twee bij twee meter en pakweg 400 kilo te ontdooien. De hele dag staat in het teken van alles wat we weten van maanvissen. Maar er is ook nog veel dat we niet weten. Daarom wordt de maanvis tijdens en na het opzetten grondig onderzocht.
Gigagroot
Het aanspoelen van een maanvis is geen unieke gebeurtenis voor de vele stranden in Nederland. Dat er zo’n grote maanvis strandt is zeldzamer. De laatste keer dat zoiets gebeurde in Nederland was in 2013. Maanvissen kunnen nog veel groter worden dan degene die in Nederland aanspoelen. ‘Nu hebben we de huid in twee stukken verdeeld, maar als de maanvis veel groter was geweest dan moet je de huid echt in stroken snijden en alles weer aan elkaar naaien. Alles kan maar dat maakt het wel een stuk lastiger,’ vertelt Mickel van Leeuwen, de taxidermist die voor Naturalis de maanvis opzet.
Dus eigenlijk is het wel fijn dat deze maanvis niet nog groter was. De grootste maanvissen stranden gemiddeld genomen dichterbij hun leefgebied in de Stille en Atlantische Oceaan. De grootste maanvis die ooit dood gevonden is, dobberde rond in de buurt van de Azoren in 2021 en was wel 2744 kilo zwaar en 325 cm lang. De maanvis heeft dan ook het record voor de grootste beenvis op zijn naam staan.
Megaklein
Met een lichaamslengte van minder dan 2 millimeter wanneer ze worden geboren, zijn de larven van maanvissen wel 600 miljoen keer kleiner dan deze gigant. In een zee vol dieren die grote happen zeewater in één keer naar binnen slokken om zoveel mogelijk voedsel tot zich te nemen, hebben deze rondzwevende mini maanvisjes een kleine kans om te overleven. Mogelijk heeft dit ertoe geleid dat maanvis vrouwtjes wel ruim 800 miljoen eitjes bij zich kunnen dragen. Daarmee is de maanvis ook de recordhouder voor het meest vruchtbare gewervelde dier dat we kennen. Tijdens het ontleden van onze maanvis vonden we eitjes. Zo kwamen we erachter dat onze maanvis een vrouwtje was. Voor onderzoek zijn de verschillende organen van de maanvis gewogen en de eierstok was wel 2,61 kilo.
Leefgebied
De Stille en Atlantische oceanen waar maanvissen leven, zijn natuurlijk enorm groot. Het leefgebied van de maanvis is dan ook lastig precies te bepalen. Ze komen veel voor in gematigde en subtropische gebieden. Vooral in de zomer maanden bivakkeren maanvissen ook op hogere breedtegraden in kustwateren. Het lijkt er dus op dat maanvissen migreren volgens seizoensgebonden patronen. Het warmere weer stelt maanvissen in staat om zich te verplaatsen naar hogere breedtegraden. Door opwarming van de oceanen zou het kunnen dat maanvissen nog verder naar het noorden migreren, wat zou betekenen dat maanvissen vaker kunnen gaan stranden in Nederland.
Ook de diepte waarop maanvissen verblijven, lijkt seizoensgebonden. In de warmere maanden blijven maanvissen vooral in de bovenste 20 meter van de zee, terwijl ze in de wintermaanden zwemmen op dieptes tot wel 1000 meter. Hoe dieper onder water, hoe hoger de druk. Dieren die zo diep leven, moeten daar dus ook op aangepast zijn. ‘Bijvoorbeeld de oogkas van de schedel was echt enorm,’ vertelt Mickel, ‘er zat heel veel gelei-achtig weefsel achter het oog, dat zal vast met de druk te maken hebben.’ Direct onder de huid zit ook een bindweefselachtige laag die maanvissen waarschijnlijk in staat stelt om zo diep te kunnen zwemmen. ‘Het is niet te vergelijken met een ander dier. Dit is echt anders dan bijvoorbeeld de vetlaag die walvissen hebben voor isolatie. Een maanvis is geen zoogdier en hoeft dus niet warm te blijven,’ aldus Mickel.
Eten en sprinten
Dat maanvissen op zulke verschillende dieptes zwemmen is waarschijnlijk verbonden aan hun voedselvoorziening. In de zomer is er een overdaad aan kwallen in oppervlaktewateren waar maanvissen van kunnen leven. In de winter volgen maanvissen de voedselstromen naar de diepte waar een constant aanbod van kwallen is.
Tijdens de periodes waarin maanvissen migreren over grote afstanden, kan het voorkomen dat ze langere tijd geen prooidieren tegenkomen doordat deze her en der in groepen in de oceaan zwemmen. Daarom is het belangrijk dat maanvissen geen energie verspillen. Ondanks dat hun vorm niet extreem gestroomlijnd is, zorgen hun lange vinnen en rigide lichaam ervoor dat maanvissen efficiënte zwemmers zijn. Daarnaast laten ze soms uitbarstingen van explosieve kracht zien waarbij ze korte periodes snelheden kunnen bereiken van wel 23 kilometer per uur. Met deze snelheden kunnen maanvissen zelfs uit het water springen, net als walvissen en dolfijnen. Samen ontkrachten de migraties en sprintjes die de maanvissen soms trekken voor eens en altijd het gerucht dat maanvissen als plankton door de zee zweven.
Onderzoekaan organen
Lange tijd dacht men dat maanvissen alleen kwallen eten, maar onderzoek heeft aangetoond dat de maanvis veel meer dieren eet. Wanneer dieren aanspoelen, brengt dat de unieke kans met zich mee om uitgebreid onderzoek te doen. Van de maanvis die vorig jaar aanspoelde zijn een deel van de organen zoals de ogen, eierstok en een deel van de lever onderzocht en toegevoegd aan de collectie van Naturalis. De organen zijn bewaard voor de wetenschap maar zijn nu ook voor publiek toegankelijk in de museumzaal LiveScience. Ook de maag en darmen zijn bewaard, Naturalis zal de inhoud hiervan gaan onderzoeken. Tijdens vergelijkbare onderzoeken bij andere aangespoelde maanvissen zijn onder andere algen, zeegras, kreeftachtigen, slangsterren (een stekelhuidige die lijkt op een zeester), weekdieren, hydroïdpoliepen en andere kleinere beenvissen gevonden.
Maanvissenen kreeftachtigen
Naast het feit dat kreeftachtigen een bron van voedsel zijn, spelen ze nog een andere rol in het leven van de maanvis. Kleinere kreeftachtigen leven namelijk als parasiet op de huid van de maanvis. Maar er leven nog veel meer parasieten in en op de maanvis. Maanvissen staan er zelfs om bekend dat ze een groot aantal parasieten met zich meedragen, meer dan welke andere beenvis dan ook. Uiteraard is de maanvis die nu opgezet wordt ook onderzocht op parasieten. Voor Naturalis is het interessant om deze parasieten te identificeren en te verzamelen. ‘Op onze maanvis werden vier verschillende parasieten gevonden, drie roeipootkreeftjes en een platworm. Eén van de roeipootkreeftjes is nog niet eerder in Nederland op een maanvis aangetroffen,’ zegt Charles Fransen, expert op het gebied van kreeftachtigen bij Naturalis. Door de parasieten te identificeren helpen we meer kennis te verkrijgen over wat er gebeurd in onze zeeën en oceanen.
In devolksmond
Maanvissen hebben zelfs deels hun naam aan de parasieten te danken. Sommige parasieten op de huid kunnen namelijk licht geven door een fenomeen dat bekend staat als bioluminescentie. De gloed in combinatie met de ronde vorm van de vis hebben mogelijk geleid tot de naam maanvis, niet alleen in het Nederlands maar ook in veel andere Europese talen zoals Spaans en Deens.
Daarentegen in het Engels staat de maanvis bekend als Sunfish (oftewel zonnevis). Ook dat heeft te maken met de parasieten die leven op de huid van de maanvis. Maanvissen liggen namelijk regelmatig aan het oppervlakte te dobberen. In werkelijkheid drijft de maanvis aan de oppervlakte om zeevogels zoals albatrossen de parasieten van zijn flank te laten eten. Een bijkomend voordeel hiervan is dat ze langere tijd in de zon liggen en zo kunnen opwarmen voordat ze weer naar diepere, koudere oceaanlagen duiken. Maanvissen werden dus vaak gezien terwijl ze aan het oppervlakte aan het zonnebaden zijn. Vandaar dat ze in de volksmond de naam Sunfish hebben gekregen.
Demolensteen
Helaas kunnen alledaagse namen verwarring veroorzaken omdat veel soorten dezelfde of vergelijkbare namen hebben. Daarom heeft elke soort naast de algemene naam, die per land verschilt, ook een Latijnse naam die in de wetenschappelijke kringen wordt gebruikt. Maanvissen in het algemeen worden aangeduid met de naam mola wanneer de specifieke soort niet bekend is. Daarbij zijn er zijn drie soorten maanvissen die de geslachtsnaam mola dragen en voor één is het zelfs ook de soortnaam. Net als de namen die de vis in de volksmond hebben gekregen, is ook de term mola een beeldspraak. Het betekent namelijk ‘molensteen’, gebaseerd op de ronde vorm en ruwe huid van de vissen.
Molatecta
In totaal zijn er vijf verschillende soorten maanvissen bekend. Onze maanvis is de soort Mola mola. De andere soorten zijn: Ranzania laevis, Masturus lanceolatus, Mola alexandrini, en Mola tecta. De taxonomie van maanvissen is vaak veranderd. De recentste aanpassing van de stamboom was de toevoeging van de soort Mola tecta. Deze is in 2017 ontdekt met behulp van natuurhistorische collecties, waaronder die van Naturalis.
Naturalis heeft daarvan zelfs één in de collectie. Dit is de grootste maanvis die ooit in Nederland is gevonden. Deze maanvis mat 2,23 meter lang bij 2,73 meter hoog en staat nu tentoongesteld in de LiveScience zaal. In eerste instantie dacht men dat dit een Mola mola was, maar in 2017 werd deze geherclassificeerd onder de nieuwe soort Mola tecta. Zoals te zien op de foto heeft de Mola tecta een afgeronde staartvin terwijl die van de Mola mola geschulpt is. Deze maanvis werd ongelofelijk genoeg gevonden op 13 december 1889, op de dag af 132 jaar eerder dan de maanvis die nu opgezet wordt door Naturalis. Dit exemplaar is een van de weinige van de soort Mola tecta die is gevonden op het Noordelijk halfrond. Deze maanvis is dus niet alleen van grote wetenschappelijke waarde, maar het is ook een goed voorbeeld waarbij onze natuurhistorische collectie dient als fundament voor nieuwe ontdekkingen.
Maanvissenbij Naturalis
Tot de wetenschappelijke collectie van Naturalis behoren acht opgezette maanvissen, die zijn toegevoegd tussen 1824 en 1940. Daar wordt binnenkort dus een negende maanvis aan toegevoegd. De bindweefselachtige laag is zo veel mogelijk van de huid afgehaald en de huid is gelooid in een bad met zout en aluin. Nu de vieze en stinkende klusjes geklaard zijn, kan het publiek weer meekijken met de laatste stappen in proces. In de zaal LiveScience wordt het kunstlichaam afgemaakt en hierna kan de huid er overheen worden gespannen. ‘En dan maar hopen dat hij niet te veel gaat krimpen wanneer vocht verdwijnt uit het bindweefsel,’ vertelt Mickel, ‘want dan gaat de huid scheuren als hij over het kunstlichaam is gespannen.’ Het dunsnijden en looien van de huid zou dit moeten voorkomen.
Naast de opgezette maanvissen, heeft Naturalis ook een aantal maanvissen in de zogeheten natte collectie. Dit zijn kleinere exemplaren die op sterk water worden bewaard. Veel van de beschikbare informatie over maanvissen is gebaseerd op kleinere exemplaren makkelijker beschikbaar zijn voor wetenschappers doordat er grotere aantallen van zijn en ze makkelijker te hanteren zijn. Onderwerpen waar nog veel vragen over zijn, zijn bijvoorbeeld de vreemde anatomie van het dier en de evolutionaire drijfveren die daarachter zitten, het gedrag van het dier, de vele parasieten op maanvissen, zwemroutes en migratiepatronen. Door deze maanvis op te zetten, hoopt Naturalis bij te dragen aan onderzoek waarmee wetenschappers vragen over deze mysterieuze dieren kunnen beantwoorden.
Meerinformatie
De organen van de maanvis die op sterk water zijn bewaard, staan nu in een tijdelijke vitrine in LiveScience. Ook het kunstlichaam ligt nu in deze zaal. Dit voorjaar zal het opzet proces hier worden afgerond zodat publiek kan meekijken.
Voor vragen om onderzoek te doen aan (de organen van) de maanvis, contact collectiebeheerder Esther Dondorp.