Op 30 november was de feestelijke presentatie van het boek over de flora van de Guianas bij Naturalis. Het boek is een unieke verzameling van de tropische plantenfamilie Annonaceae, ook wel bekend als de zuurzakfamilie, uit Guyana, Frans Guyana en Suriname.
Een bekroning op het onderzoek
Voor de auteurs Paul Maas (84) en zijn vrouw Hiltje Maas (81), gastonderzoekers bij Naturalis, is het boek over de Annonaceae van de Guianas de bekroning van hun taxonomische onderzoek. De taxonomie, ook wel systematiek genoemd, is de wetenschap van het indelen van planten en dieren in groepen. Ook de naamgeving van planten en dieren valt onder taxonomie. De familie Annonaceae is een van de grotere plantenfamilies met bloemen in het tropische regenwoud. In Guyana, Suriname en Frans Guyana zijn 140 soorten van deze familie te vinden. 'De Annonaceae-planten zijn een belangrijk onderdeel in het tropische bos’, legt Maas uit. Bovendien hebben ze grote bloemen waardoor ze redelijk eenvoudig te bestuderen zijn voor het echtpaar Maas, en erg interessant zijn voor studenten in de plantentaxonomie. Sylvia Mota de Oliveira, Naturalis-onderzoeker van tropische botanie, en Odile Poncy, van het natuurhistorisch museum in Parijs, waren redacteurs van het boek.
Een uniek boek
Uniek aan het boek over de Flora van de Guianas is dat dit het eerste boek uit de serie is waarin elke soort geïllustreerd is, de meesten met een kleurenfoto. Ook beschrijft het boek per plant de beschermingsstatus, zoals beschreven door de International Union for Conservation of Nature, oftewel de IUCN. Deze status geeft een indicatie van hoe het met de plantensoorten gaat.
Ook kan het boek gebruikt worden als een politiek argument voor het beschermen van planten. ‘Het boek maakt inzichtelijk welke planten en bomen we zouden moeten behouden en beschermen in dit gebied. Het laat goed zien dat er hele bijzondere planten in dit gebied groeien’, legt mevrouw Maas uit.
Een grote hoeveelheid kennis
Paul Maas doet al zo’n 25 jaar onderzoek naar de Annonaceae-familie in de Guianas en kan met trots vertellen dat dit project nu eindelijk is afgerond. In zijn leven heeft hij vele onderzoeksexpedities gedaan in Zuid- en Midden-Amerika naar onder andere Frans Guyana, Brazilië en Guyana. Zijn favoriete planten uit het boek zijn de Annona haematantha en de Annona hypoglauca, door hun spectaculaire bloemen. Paul Maas was echter nooit duidelijk geïnteresseerd in een specifieke plantenfamilie. 'Annonaceae is niet mijn enige liefde', vertelt hij. Hij vindt eigenlijk alle tropische soorten planten interessant en heeft hierover zo een grote hoeveelheid kennis opgebouwd. Nog steeds maakt men dankbaar gebruik van zijn grote kennis. Maas glimlacht: ‘Ik krijg nog wekelijks foto’s toegestuurd uit heel tropisch Amerika met de vraag: Paul weet jij wat dit is?’. Vaak lukt het hem dan zelf om de naam van de plant te achterhalen, maar vaak gaat de foto ook naar een bevriende taxonoom die Maas kan helpen.
De carrière vanPaul Maas
Maas begon zijn carrière aan de Universiteit Utrecht waar hij zelf ook biologie studeerde, van 1957 tot 1964. In 1964 ging Maas voor het eerst mee op expeditie naar Suriname en ontdekte daar zijn interesse in tropische planten. De eerste vier maanden van de expeditie waren een echte verzameltocht. In de daaropvolgende maanden werden de planten van een deel van West Suriname bestudeerd samen met Surinaamse boomexperts.
‘De gegevens die tijdens die expeditie zijn verzameld worden nog steeds gebruikt!’, vertelt Maas trots. Aan de Universiteit Utrecht gaf Maas les over tropische planten en was hij groepsleider van de onderzoeksgroep Plantensystematiek. Na het opheffen van deze groep zijn Paul en Hiltje naar het toenmalige herbarium in Wageningen gegaan. De collectie van het Utrechtse herbarium, dat bestaat uit ongeveer 1 miljoen exemplaren, samen met de collecties uit Wageningen bevindt zich nu in Naturalis. En deze collectie groeit nog steeds. Nu komen Paul en Hiltje nog één dag in de week naar Naturalis om hier hun onderzoek voort te zetten.
Je bent nooit klaar
Paul en Hiltje zijn dus ook nog lang niet klaar met hun onderzoek naar tropische planten. ‘Het blijft spannend wat er nog meer is’, vertelt Hiltje. Momenteel houden ze zich alweer bezig met een nieuw project, de Annonaceae voor de ‘Flora van Ecuador’. ‘Je bent nooit klaar’, vertelt Maas. Hiltje en Paul hopen dat meer studenten warm gemaakt kunnen worden voor de tropische botanie, ze zien namelijk een afname in het aantal studenten dat hier geïnteresseerd in is. Ze hopen dat nieuwe onderzoekers ook nieuwe studenten meenemen, zodat het onderzoek naar tropische planten voortgezet blijft worden. ‘Er moet een nieuwe generatie taxonomen komen!’
Een nieuwe generatie
Maas overhandigt het boek aan het einde van de presentatie aan PhD student Robin Bredero. Met dit symbolische gebaar wordt het werk van Maas overgedragen aan een nieuwe generatie onderzoekers, die hier de komende jaren dankbaar gebruik van zullen maken.