Tomatentelers hoef je niet uit te leggen waarom hommels belangrijk zijn. Elke verkocht tomaat heeft kunnen groeien dankzij hun bestuiving. De hommels die voor dit doel worden gekweekt, vergaat het goed. Onder de blote hemel is de situatie heel anders. Sinds 1950 hollen de populaties wilde hommels achteruit. Van de dertig soorten die ons land kende is een derde permanent verdwenen. Naturalis helpt het tij voor deze aaibare insecten te keren.
‘De situatie van hommels in Nederland is vrij beroerd,’ zegt Vincent Kalkman, onderzoeker bij Naturalis en EIS Kenniscentrum Insecten. ‘Opvallend is dat de soorten die verdwenen zijn vroeger algemeen en wijd verspreid waren.’ Samen met zijn collega’s wijt de hommelspecialist die teruggang aan het feit dat het Nederlandse landschap als gevolg van intensieve landbouw veel minder bloemrijk is geworden. ‘Neem nou een eenvoudig bloemetje als rode klaver. Die zie je nog steeds wel in bermen groeien, maar vroeger stonden hele weilanden ermee vol. Klaver werd gewaardeerd als veevoer en grondverrijker. Met de komst van kunstmest is het niet meer nodig.’ De achteruitgang van hommels als gevolg van intensiever graslandbeheer is een patroon dat zichtbaar is in heel Noordwest-Europa, legt Vincent uit. ‘De Waddenhommel is zelfs wereldwijd uitgestorven.’
Funest maaibeheer
Voor hun voedsel zijn hommels afhankelijk van bloemen. De nectar gebruiken ze als brandstof en het stuifmeel voor hun jongen. En veel bloemen vertrouwen voor hun voortplanting op insecten. Door stuifmeel van de ene naar de andere bloem te brengen, zorgen ze voor bevruchting; de start van zaadvorming. ‘Als er geen hommels en andere insecten zouden zijn, zouden vooral de planten met kleurige bloemen sterk achteruitgaan,’ zegt Vincent. ‘Wat je overhoudt zijn windbestuivers, zoals grassen en wilgen. Met het verdwijnen van die planten krijgen ook andere dieren die op ze leven het moeilijk, zoals kevers en wantsen. De effecten sijpelen door het hele ecosysteem heen.’ Bloemrijke graslanden die vroeger zo gewoon waren, tref je nu bijna alleen nog in natuurgebieden. Maar daar is ook iets aan de hand dat het leven van hommels op het spel zet, weet Vincent. ‘Vaak is het maaibeheer afgestemd op weidevogels. Men wacht totdat de vogels klaar zijn met broeden, daarna maait men in één keer het gebied kaal. Weg zijn de bloemen. Natuurlijk kunnen hommels hun nest niet zomaar verplaatsen naar een betere plek. De dieren komen om van de honger.’
Succesverhaal
Gelukkig zijn ook succesverhalen te melden over hommels in Nederland. Zo was de zandhommel aanvankelijk alleen nog te vinden op Tiengemeten. Nadat dit Zuid-Hollandse eiland in het Haringvliet zo’n vijftien jaar geleden werd teruggegeven aan de natuur, ontwikkelden zich hier bloemrijke vegetaties. Het gevolg laat zich raden. De zandhommel breidde zich uit tot een levensvatbare populatie. ‘Afgelopen jaar is de zandhommel ook opgedoken in de Biesbosch,’ vertelt Vincent enthousiast. ‘Op plekken die een functie hebben gekregen voor waterberging krijgt de natuur de vrije hand. Samen met de provincie Zuid-Holland kijken we nu of we met de aanleg van bloemrijke gebieden langs de rivieren en elders de zandhommelpopulaties met elkaar kunnen verbinden.’
Collectie als referentiebeeld
Het beeld van de ontwikkeling van hommels in Nederland in de afgelopen tijd heeft niet kunnen plaatsvinden zonder de collectie van Naturalis. ‘Vroeger vonden mensen deze insecten te gewoontjes om er iets over op te schrijven,’ zegt Vincent. ‘Er zijn nauwelijks oude wetenschappelijke publicaties over beschikbaar. De enige gegevens zijn afkomstig van de duizenden hommels uit onze collectie. Het oudste exemplaar stamt uit ongeveer 1850. Elke hommel zit opgeprikt op een speld, samen met een etiket waarop staat waar en wanneer het insect is verzameld. Onmisbare gegevens die samen met een correcte naamgeving en de juiste database resulteren in een overzicht waar soorten vroeger voorkwamen en welke ontwikkelingen er sindsdien zijn geweest.
Veldwerk
Hoe het nu met onze hommels is gesteld is andere koek. Daar komt veel veldwerk bij kijken. Vincent: ‘We investeren veel in het opleiden van vrijwilligers, want het werk is te arbeidsintensief om door betaalde krachten te laten doen. Zo geven we dit jaar op zes verschillende locaties een driedaagse hommelcursus waarbij we negentig vrijwilligers opleiden tot betrouwbare waarnemers. De verzamelde gegevens gebruiken wij in ons onderzoek. In gebieden met weidevogelbeheer kunnen we bijvoorbeeld kijken naar de relatie tussen dit beheer en het voorkomen van hommels, zweefvliegen en bijen. Met de resultaten kunnen we beheerders aanreiken waar mogelijke knelpunten zitten, zoals advies geven over gefaseerd maaien.’
Zelf meedoen
Natuurlijk is het geweldig als mensen zich betrokken voelen bij hommels en andere insecten, vindt Vincent. Wat kunnen zij doen om te helpen? ‘Maak bijvoorbeeld foto’s van de hommels in je tuin en deel deze op waarneming.nl. Raadpleeg hiervoor de Basisgids hommels, gratis te downloaden. Vergeleken met bijen zijn hommels relatief makkelijk om te herkennen. En een leuke bijkomstigheid is dat je op een andere manier naar je omgeving leert kijken. Dan ga je vanzelf meer zien!’