Lang leve Nicole de Voogd

Nicole de Voogd

Nicole de Voogd staat met beide benen aan de grond. Als ze tenminste op het droge staat, want het liefst zweeft ze onder water tussen de riffen in de Indo-Pacific. Met aanstekelijk enthousiasme vertelt ze over haar onderzoek. Passie voor de inhoud van haar vak staat centraal. Vanuit de inhoud werd ze expert in haar vakgebied; vanuit haar passie inspireert ze veel aspirant-onderzoekers, die haar op handen dragen. Ze is denker en doener; die combinatie maakt haar met recht tot een ‘bijzonder hoogleraar’. Op 5 april 2019 heeft ze haar leerstoel op het gebied van Global Change and Marine Ecosystems geaccepteerd.

Op 5 april 2019 is Nicole de Voogd, onderzoeker bij Naturalis, benoemd tot bijzonder hoogleraar Global Change and Marine Ecosystems aan de Universiteit Leiden.

https://twitter.com/DevoogdNicole

Van hobby
naar professie

Het academisch cv van Nicole begint bij haar promotieonderzoek in Indonesië, maar haar carrière als wetenschapper begon al veel eerder. "Ik ben van mijn hobby in mijn beroep gerold’" zegt ze, en dat is in haar geval geen loze kreet. Op jonge leeftijd verzamelde ze al van alles uit de natuur, van uilenballen tot allerlei beestjes in potjes. Toen de jonge natuurverkenner op tienjarige leeftijd vertelde dat ze entomoloog wilde worden, was dat ook geen verrassing. Ook de onderwaterwereld leerde ze al vroeg kennen. "Met een vader die werkt voor een airline zie je veel van de wereld" vertelt ze. Snorkelen rond koraalriffen was een geliefde activiteit. Op haar zestiende mocht ze eindelijk haar duikbrevet gaan halen en ging een nieuwe wereld voor haar open.

De natuur op het land zien we dagelijks om ons heen. We kennen de vogels, de bomen en de planten en merken het ook als daar iets in verandert. Onder water is dat een ander verhaal. Hoewel er een zeer hoge biodiversiteit is, zien de meeste mensen daar weinig van. Het onbekende van de onderwaterwereld heeft op Nicole nog steeds een enorme aantrekkingskracht. Al vanaf haar eerste duik in de verstilde onderwaterwereld was de onbekendheid een drijfveer om steeds meer te willen weten. Ze past dan ook goed bij een instituut als Naturalis, waar verwondering over de natuur de boventoon voert.

transparant
External video URL

Soorten en geslacht

De eerste stage van Nicole was in Indonesië. Avontuurlijk, ver van huis en onbekend: precies wat ze leuk vond. Ze kwam terug met een zak vol sponzen van een verstoord koraal bij Makassar, Sulawesi. Die sponzen waren voor haar op dat moment nog onbekend terrein. ‘Ik voelde me weer als bij mijn eerste duik, ik herkende wéér helemaal niets’. Het was voor haar vanzelfsprekend dat ze de soorten zelf in Amsterdam op naam ging brengen. Dat is bij sponzen niet zo eenvoudig, omdat er weinig uiterlijke kenmerken zijn waarmee je soorten kunt determineren. Samen met haar begeleider Rob van Soest maakte ze de puzzel. Dat ze het determineren en taxonomisch indelen van soorten zo leuk vond, was een verrassing voor Rob: dat bleek helemaal niet zo gangbaar te zijn. Het was een van de kwaliteiten die hem deed besluiten haar uiteindelijk een promotieplek aan te bieden.

above water shot

Taxonomen, of eigenlijk wetenschappers in het algemeen, waren voor Nicole vroeger altijd "grote mannen met baarden". "Ik ben geen feminist, maar ik bestrijd dit stereotype’" zegt ze daarover. Misschien dat ze daarom ook zo toegankelijk overkomt. Ze houdt er niet van als ze wordt ingezet vanwege haar geslacht, maar ze merkt wel dat het in de samenwerking met jonge vrouwen in de wetenschap helpt dat zij zelf ook een vrouw is. Het maakt het contact gelijkwaardiger en het maakt haar op een bepaalde manier ook benaderbaarder. "In die zin helpt mijn vrouw-zijn wel, er komen veel meiden (ja, lacht ze, zo mag ik ze inmiddels wel noemen) af op mijn onderzoek".

In de 15 jaar dat Nicole in het vakgebied zit is er wel veel veranderd. In het begin was ze een van de weinige vrouwen, dat is nu anders. Ze wil niet activistisch zijn rondom vrouwen in de wetenschap en toch heeft ze er een stuk over opgenomen in haar oratie. Want dat er een verschil is, dat is wel merkbaar. Vrouwelijke studenten zijn tegenwoordig vaak serieuzer: ze hebben sterker het gevoel dat ze zich moeten bewijzen. Nicole’s boodschap: "Gender? Who cares!"

Moeilijk, lastig, zwaar
en leuk

Dat ze marien bioloog wilde worden, was haar vanaf het begin van haar masteropleiding duidelijk.  Voor het vak ‘Marine Biology haalde ze een dikke 10. Reden voor Rob van Soest - docent van dit vak - om haar een persoonlijke brief te sturen met de vraag of ze een onderzoeksstage wilde doen op Sulawesi. Hoewel ze al een stage had geregeld, wist hij haar over te halen. Dat deed hij niet door de stage te promoten, integendeel: hij gaf aan dat het lastig onderzoek ging worden, moeilijke materie en bovendien op een lastige locatie. Dat maakte Nicole alleen maar enthousiaster: ‘Ik vond dat alleen maar gaaf’.

Als Nicole haar huidige onderzoek beschrijft, klinkt het een beetje als die eerste uitnodiging. Het is moeilijk, lastig en zwaar. Als je dat leuk vindt, ben je welkom. Het bestuderen van sponzen vergt veel van een onderzoeker. Het werkveld bevindt zich onder water en is vaak lastig bereikbaar. Je moet behendig kunnen duiken en je tijd goed indelen, want je kunt maar ongeveer anderhalf uur per duik onder water blijven, afhankelijk van de diepte. Onder water is het ook de kunst om uit de enorme diversiteit aan sponzen de juiste te vinden. Nicole houdt van die uitdaging en vooral ook van improviseren in het veld. ‘Ik deed tijdens mijn promotie bijna alles zelf, ik had een lab in mijn huis, met microscoop en het snijwerk deed ik ook zelf. Ik had een eigen boot en eigen spullen, voor de sponskweek ging ik maar de hardware store en maakte ik zelf van PVC buizen een opstelling met visnet, die ik zelf vastnaaide, vaak onder water).’ Haar promotietijd was voor haar een mooie tijd, ‘met altijd maar één ding om aan te denken’. Nicole: ‘Dat verandert in de loop van je verdere academische carrière, je krijgt steeds meer verantwoordelijkheden.

Toen bij Naturalis de curator positie op het gebied van mariene ongewervelde organisme vrij kwam in 2004, was Nicole een logische opvolger. Haar voorganger was heel blij dat zij het taxonomisch onderzoek kon voortzetten. ‘Ik ben ook een soort evangelist tijdens mijn colleges, het belang van taxonomie blijf ik benadrukken.’ Toen bij Naturalis de scheiding tussen de sectoren collectie en onderzoek ontstond, koos ze desondanks voor het onderzoek. ‘Ik sta minder in het lab dan vroeger, maar nog steeds net zo veel in het veld. Ik was sowieso niet echt veel in het lab te vinden. Voor het chemische werk en DNA-werk werk ik liever samen met experts op dat gebied.’

Het uit handen geven van werk is niet haar sterkste punt, maar inmiddels heeft ze dat wel geleerd. Op dit moment begeleid ze vier promovendi, waarvan drie ‘in huis’ en eentje in het buitenland. Daar komt binnenkort nog een postdoc bij. Met zo’n ‘workforce’ kan je veel mooi onderzoek gedaan krijgen. Gelukkig, want ze vindt ‘te veel dingen leuk’. En dat maakt haar nu juist zo’n inspirerende figuur.

reefs edge

Nog lang
niet alles

Biodiversiteit onder water is nog grotendeels onbeschreven. In een grote internationale database voor mariene organismen (WoRMS) zijn meer dan 15.000 namen beschikbaar voor sponzen, waarvan er iets meer dan 9.000 officieel zijn geaccepteerd. Dat betekent dat er meer dan 6.000 synoniemen bestaan voor namen van sponzen, wat onderzoek soms lastig maakt. De grote broodspons is zelfs de soort met de meeste synoniemen op aarde. Ieder jaar vinden we er zo’n 500 nieuwe sponssoorten bij. Door Naturalis-onderzoekers zijn er de afgelopen vijf jaar zelfs meer dan honderd beschreven! Voor het beschrijven van nieuwe soorten hoef je dus niet altijd het veld in. ‘Een nieuwe spons die niet eerder beschreven is, mag je als onderzoeker zelf een naam geven. Dat noemen we dan een ‘type’. De typen in de collectie van Naturalis komen vanuit de gehele wereld.’ zegt Nicole.

De natuurhistorische collectie van Naturalis laat je als onderzoeker terug in de tijd gaan. Zo zijn sommige soorten die vroeger veel gevonden werden, nu haast niet meer vindbaar. De neptunusbeker, bijvoorbeeld. Die is veelvuldig verzameld in de negentiende eeuw, maar daarna lange tijd niet meer gevonden. Onderzoekers vermoedden zelfs dat deze spons was uitgestorven. Pas veel later ontdekte men dat deze spons niet bij koralen leeft, maar juist op een modderige bodem. Sindsdien zijn er weer meer gevonden. ‘Het zet onderzoekers wel aan het denken, want vaak vind je maar een exemplaar van een soort. Is dat dan de enige die er nog is in de wereld? Als je die wegsnijdt, moord je dan een soort uit?’ Nicole benadrukt graag het belang van taxonomie voor onderzoek. ‘Het is precisie- en soms zelfs een soort detectivewerk. Er zijn meer taxonomen nodig, want met de huidige aantallen mensen die in dit onderzoek actief zijn duurt het nog meer dan vijfhonderd jaar voordat alle soorten in de zee zijn beschreven.’

Sponzen zijn interessante organismen waar Nicole de komende jaren nog veel van wil gaan leren. En wat is er allemaal nog te vinden in de diepe zee?. ‘Ik voelde me vorig jaar weer even heel klein toen ik voor het eerst in de Cura SUB-onderzeeër stapte voor opnames van een documentaire over de collectie van Naturalis’. Als duiker ga je zelden dieper dan 30 meter, met een onderzeeër ben je daar in een oogwenk. ‘Je realiseert je dan hoe diep het leven reikt, je zit droog en comfortabel en toen we op 300 meter de lichten van de onderzeeër uit deden zagen we nog steeds schemerlicht doordringen.. Het is heel bijzonder om te zien wat het licht doet met leven.’

Het werk van Nicole is dan misschien soms moeilijk, lastig en zwaar, maar de beloning is het voor Nicole meer dan waard. Ze heeft inmiddels meer dan tweeduizend duiken gemaakt en blijft voorlopig nog wel even onder water werken. Naturalis hoopt dat ze met haar nieuwsgierigheid nog heel veel mensen zal inspireren.

reef