Vleugelslakken zijn zeedieren die bijzonder gevoelig zijn voor klimaatverandering. Ze worden algemeen beschouwd als indicatoren voor de beoordeling van de gevolgen van oceaanverzuring. Onderzoekers van Naturalis en internationale collega’s hebben nu aangetoond dat vleugelslakken veel ouder zijn dan gedacht; ze waren er al tijdens het Krijt (ruim 100 miljoen jaar geleden). Dit betekent dat ze periodes hebben overleefd in het verleden die lijken op de hedendaagse verzuring en opwarming van de oceanen. Mogelijk zijn vleugelslakken dus minder kwetsbaar voor oceaanverzuring dan we nu denken. Dit blijkt uit onderzoek dat in PNAS is gepubliceerd.
‘Kanaries van de oceaan’
Vleugelslakken (pteropods) zijn een bijzondere groep plankton-slakken, bestaande uit zeevlinders en zee-engelen, die zich al ‘fladderend’ voortbewegen in de open oceaan. Hoewel ze er ogenschijnlijk sereen uitzien, hebben ze te maken met een onzichtbare vijand: oceaanverzuring. Vleugelslakken zijn namelijk erg gevoelig voor klimaatverandering – met name het steeds zuurder worden van de oceaan – omdat ze dunne huisjes maken van een zeer oplosbare vorm van kalk (aragoniet). Omdat ze zeer talrijk plankton zijn spelen ze daarnaast een belangrijke rol in mariene voedselketens en de koolstofcyclus van onze planeet. Onderzoek moet daarom meer inzicht geven in hun potentieel om zich aan te passen aan onze snel veranderende oceaan. “Vanwege hun delicate schelpen worden ze beschouwd als 'kanaries in de kolenmijn' om de gevolgen van de oceaanverzuring aan te geven,” legt hoofdonderzoeker Katja Peijnenburg, verbonden aan Naturalis Biodiversity Center en de Universiteit van Amsterdam, uit. Waar de kanaries de mijnwerkers waarschuwden voor gevaarlijke gassen, worden de kwetsbare schelpen van vleugelslakken nu gezien als belangrijke graadmeters voor de toestand van onze oceaan.
Veerkrachtige vleugelslakken al ruim 100 miljoen jaar oud
Lang werd gedacht dat deze vleugelslakken relatief ‘jong’ waren, en pas na een belangrijke periode van klimaatverandering, het Paleoceen-Eoceen temperatuurs-maximum (ook wel PETM genoemd, 56 miljoen jaar geleden), talrijk zijn geworden. Uit het nieuwe onderzoek blijkt echter dat deze opmerkelijke organismen zowel deze periode als de zogenoemde ‘massa-extinctie’ aan het einde van het Krijt hebben overleefd (66 miljoen jaar geleden). Beide zijn periodes waarin oceanen - net als nu - warmer en zuurder werden. Vleugelslakken waren dus tijdgenoten van de dinosauriërs en ammonieten; zeevlinders en zee-engelen fladderen al ruim 100 miljoen jaar rond in de oceaan. Dit inzicht is te danken aan een nieuwe evolutionaire stamboom gebaseerd op informatie van 2654 genen in combinatie met kennis van de fossielen.
Hoewel dit zou kunnen betekenen dat ze minder kwetsbaar zijn voor oceaanverzuring dan nu wordt gedacht, biedt dit geen garantie voor de toekomst. “Deze bijzondere slakjes hebben waarschijnlijk nooit zo'n snelle verandering in het klimaat meegemaakt als die nu door mensen wordt veroorzaakt,” aldus Peijnenburg.
Klimaatverandering en het belang van de oceaan
Bij klimaatverandering wordt al snel aan het belang van bossen gedacht. Dat de oceaan ook van cruciale waarde is voor ons klimaat – en daarmee ons klimaatprobleem – wordt soms vergeten. Peijnenburg maakt zich zorgen: “De open oceaan is het grootste ecosysteem op aarde en al het leven op onze planeet is hiervan afhankelijk. Planktonische algen produceren de helft van het zuurstof in de wereld en de oceaan speelt een belangrijke rol in het vertragen van klimaatverandering, omdat ze al 30% van alle CO2 en ruim 90% van alle extra warmte heeft geabsorbeerd”. Het is nog maar de vraag of deze vleugelslakken zich ook nu snel genoeg kunnen aanpassen om de huidige veranderingen in de oceaan bij te houden. Eén ding is in ieder geval zeker; de oceaan zit nog vol vraagstukken.
Gepassioneerde gastonderzoekerArie Janssen
Deze publicatie was niet tot stand gekomen zonder de kennis en expertise van Arie Janssen, gepensioneerd curator en gastonderzoeker bij Naturalis. Hij heeft een compleet overzicht van alle recente en fossielen soorten in kaart gebracht.
Meer informatie
- Foto’s zijn gemaakt door Katja Peijnenburg en collega’s.
- Neem voor meer informatie over dit onderwerp contact op met Katja Peijnenburg. Er zijn ook meer afbeeldingen en videobeelden van deze organismen beschikbaar.
- Het artikel is geplaatst in het wetenschappelijke tijdschrift PNAS. Officiële titel: ‘The origin and diversification of pteropods precede past perturbations in the Earth's carbon cycle’. Auteurs: Katja T.C.A. Peijnenburg, Arie W. Janssen, Deborah Wall-Palmer, Erica Goetze, Amy Maas, Jonathan A. Todd, Ferdinand Marlétaz. De eerste drie auteurs zijn van Naturalis Biodiversity Center.