16 juni 2006 - De afgelopen dagen waren extreem hectisch. De opgraving is nu echt begonnen en de eerste indrukken overtreffen al onze verwachtingen. Julian Hume die hier al voor de 14e keer komt om naar uitgestorven vogels en andere diersoorten te zoeken heeft nog nooit zoiets gezien. Vandaag riep hij uit: Kenneth en Frans hebben goud gevonden!
Mauritiaans erfgoed
Dat is het goede nieuws, maar helaas hebben we ook minder goed nieuws. We kunnen op dit moment niet in detail treden over de vondsten. De opgraving is op Mauritius van nationaal belang. Het is begrijpelijk dat de dodokwestie heel gevoelig ligt bij de Mauritianen. Daarom wil de directeur Christian Foo Kune van de suikerrietfabriek, op wiens landgoed wij de opgraving doen en wiens bedrijf de expeditie mede financiert, voorkomen dat het nieuws via Nederland of Engeland wereldkundig wordt gemaakt. Het is in het belang van zijn bedrijf, dat overweegt om in de toekomst een dodothemapark op te zetten, dat de Mauritiaanse bevolking zich niet gepasseerd voelt. De expeditie is opgezet om Mauritiaans erfgoed in kaart te brengen en daarom hebben de Mauritianen het recht om het nieuws in eigen land naar buiten te brengen.
Tjokvolzaden
Nu terug naar het veldwerk. Vandaag werd ons team bijgestaan door dr. Claudia Baider en dr. Vincent Florens, beide zijn deskundig op het gebied van endemische planten. Wat dat betreft hadden we een leuk cadeautje; namelijk een regenton vol met zaden. Die zaden hadden we verzameld uit een halve schep van de graafmachine. Claudia en Vincent waren enigszins verbijsterd over de hoeveelheid en goede kwaliteit van de zaden. Je moet je voorstellen dat in het tropisch regenwoud weinig zaden terug te vinden zijn, insecten en dieren eten ze op en ze verteren razend snel in de bodem door de hoge temperatuur en vochtigheid waardoor afbraakprocessen versneld optreden.
Het merendeel van de zaden is afkomstig van bomen die in waterrijk gebied goed gedijen, maar verrassend genoeg zaten er ook zaden tussen van bomen die op droge hellingen leven. Het beeld dat we nu langzamerhand van dit gebied krijgen wordt dankzij hun analyse steeds completer. Alles wijst er nu op dat er de laatste paar duizend jaar n of meer kleine meertjes of vennetjes in de vallei aanwezig waren. Rondom deze vennetjes scharrelden dodo's en reuzenschildpadden gebroederlijk rond door de bossen. Ze dronken water uit de vennetjes maar zwommen niet in het water. De dodo heeft zich waarschijnlijk gevoed met de verschillende zaden die we vandaag gevonden hebben.