Ingrediënten van een krakeling: Mythologie en wetenschap
Wetenschappers geven namen aan onderdelen van de natuur. Vaak alleen om ervoor te zorgen dat iedereen, in welk land dan ook, weet over welke plant of welk dier er wordt gesproken/geschreven, of om iemand te eren. Soms worden er zelfs kenmerken van een dier of plant in deze naam verwerkt. Het geven van zo’n naam dateert uit een tijd waarin het Latijn de universele taal was. De Zweedse arts (en botanicus/zoöloog/geoloog) Carl Linnaeus was in de 18e eeuw de grondlegger van het geven van Latijnse namen. Hij bedacht als eerste een systeem om organismen te classificeren: Systema naturae. Hier werd mythologie en wetenschap voor het eerst kundig met elkaar verweven.
Het woord mythologie, het geheel van verhalen en denkbeelden van een bepaalde cultuur, is een term die zijn oorsprong al in een ver verleden vond. In de klassieke oudheid was het (en nu nog steeds) een combinatie van twee woorden: ‘mythos’ (‘het gezegde woord’) en ‘logos’ (wetmatigheid’). De Griekse mythologie gaf de oude Grieken verklaringen voor het ontstaan van de wereld, de hemellichamen, de mensen, de goden, het kwaad en ziekten, maar ook natuurverschijnselen en de oer-elementen aarde, water, vuur en lucht. Het vormde de basis van het geloven en denken van de oude Grieken.
Agamemnon, styx, atlas, hamadryas, priamus, argus en vele anderen zijn in de Griekse mythologie fijn beschreven wezens en personen. Het zijn (half)goden, (half)godinnen of heersers van stukken land. Maar het zijn ook net zo vaak beschermers van uiteenlopende biotopen van de natuur zoals de oceanen, bossen of gebergten. Soms zelfs is een wezen onlosmakelijk verbonden met nog specifiekere onderdelen (habitats en niches) van de natuur zoals de stromende rivieren of de de bosbodem, bloemen en planten. De eerder genoemde Latijnse namen zijn allen terug te vinden in de Latijnse genus- of soortnamen van verschillende vlinders. Tijdens het papillottenproject passeren deze vlinders zelf regelmatig onze pincetten op de afdeling Entomologie!
Tegenwoordig kan men dus veel mythologische personen of wezens terugvinden in Latijnse dier- en plantennamen. Bijvoorbeeld ‘atropos’ en ‘argus’. Atropos is de oudste van de zogenaamde Schikgodinnen. Met een schaar knipte zij de levensdraad door van een persoon wanneer zijn of haar tijd om was. Deze naam atropos behoort onder andere toe aan de nachtvlinder Acherontia atropos. Een grote pijlstaartvlinder met een duidelijke doodshoofdtekening op de thorax (‘rug’). De referentie naar het einde des levens mag hier duidelijk zijn.
Argus is misschien wat meer bekend, onder andere van de zegswijze: ‘Iets met argusogen bekijken.’ De mythe: De reus Argus was de bewaker van Io (een priesteres die een verhouding had met Zeus). Hij was door Hera gestuurd om te voorkomen dat Io weer aan de zijde van Zeus terugkeerde. De in Nederland voorkomende Argusvlinder (Lasiommata megera) heeft een prachtige tekening op de onderkant van de achtervleugels. Rijen met ‘alles ziende ogen’ zorgen ervoor dat ook deze Nederlandse naam zeer toepasselijk is.
Misschien kraakt een krakeling met deze kennis weer iets anders in de mond!
Geschreven door Jasper Boldingh
Gastmedewerker Naturalis Biodiversity Center
04-09-2017