De eerste vondst van de goudfranjedwergmot in Duitsland was aanleiding voor een overzichtsartikel van deze zeldzame soort. Meer dan de helft van de bekende exemplaren komt uit slechts twee landen: 17 uit Engeland en 11 uit Nederland. Maar is die soort echt zo zeldzaam, of gewoon moeilijk te vinden?
De Bohemannia auriciliella
Op 13 juni 2018 vond Tina Schulz bij Hannover het eerste Duitse exemplaar van de erg zeldzame dwergmot Bohemannia auriciliella (goudfranjedwergmot in het Nederlands). De determinatie werd bevestigd door Naturalis-onderzoeker Erik van Nieukerken, en dit contact leidde tot een gezamenlijk artikel dat alle vondsten van deze soort beschrijft. Dat artikel verscheen op 15 september in het Duitse tijdschrift Entomologische Zeitschrift, Schwanfeld. De samenvatting stelt nog dat in totaal 28 exemplaren uit heel Europa bekend zijn, maar gedurende de periode dat het artikel bij de redactie lag, werden opmerkelijk veel nieuwe exemplaren in 2020 waargenomen, uiteindelijk leidend tot een naschrift in het artikel waarin het totaal is bijgesteld tot 38, nog steeds een zeer klein aantal.
Erik van Nieukerken zegt hierover: “Ik vang niet vaak vlinders op licht, maar gedurende de hittegolf in juni 2020 probeerde ik het twee keer tijdens een korte vakantie in de Achterhoek en nam mezelf – niet geheel serieus – voor deze soort eens te vangen. Groot was mijn verbazing toen inderdaad een vrouwtje van deze soort op het laken landde. Ik had de soort nooit eerder gevangen, maar wel gedetermineerd in collecties van anderen.”
Opmerkelijk is dat 28 vlinders in slechts twee landen zijn waargenomen: 17 in Engeland en 11 in Nederland, de overige exemplaren stammen uit Frankrijk, Duitsland, Zwitserland, Tsjechië en Bulgarije. Deze ongelijke verdeling lijkt vooral een effect van de grote belangstelling voor kleine vlinders in beide landen. De Nederlandse exemplaren komen vooral uit Gelderland, verder Noord-Brabant, Limburg en Overijssel, alle op de zandgronden. Opmerkelijk is dat geen exemplaren werden gemeld op Waarneming.nl, in tegenstelling tot de verwante viervleksdwergmot (Bohemannia quadrimaculella), waarvan het aantal waarnemingen sinds Waarneming.nl in de lucht is enorm is toegenomen. Wel zijn nu de laatste Nederlandse vondsten alsnog op Waarneming.nl opgenomen.
Wat verklaartdeze zeldzaamheid?
Vlinders van het formaat van de dwergmineermotten worden en werden door veel vlinderverzamelaars en waarnemers niet verzameld of gefotografeerd of zelfs niet gezien, en specialisten van mineervlinders zoeken vaak in de eerste plaats naar bladmijnen. De levenswijze van de goudfranjedwergmot is slecht bekend. Er is een aanwijzing dat hij in takjes en op knoppen van berk leeft, maar enkele mediterrane vondsten lijken te wijzen op alternatieve voedselplanten. Als de levenswijze bekend is, en de rupsen makkelijker te vinden zijn, zal het aantal meldingen ongetwijfeld toenemen. Sommige soorten leven echter zo verborgen dat ze toch vrijwel niet te vinden zijn.
Hieruit blijkt ook dat voorzichtig moet worden omgegaan met karakteriseringen van soorten als zeldzaam. Echt zeldzaam zijn doorgaans soorten met een beperkt habitat, en in het geval van vlinders een zeldzame of verdwijnende voedselplant. Bij de goudfranjedwergmot gaat het eerder om een onopvallende vlinder, die niet enorm kritisch lijkt ten aanzien van het habitat, en simpel weet te ontsnappen aan waarneming.
Herkenning
De vlinder is vrij goed te herkennen aan de combinatie van de donker gerande oogklepjes, de bronskleurige vleugels en borst, het paar zilveren vlekken op de voorvleugel en de goudkleurige franje. Het vlindertje heeft opgezet een spanwijdte van zes tot zeven millimeter.
Meerinformatie
- Bron: The elusive pygmy moth Bohemannia auriciliella (De Joannis, 1909) (Lepidoptera: Nepticulidae): overview of its distribution, with new records for Germany and Bulgaria (pdf; 2,3 MB)
- (Enkele) waarnemingen Nederland
- Lepiforum
- Lepiforum Bohemannia auriciliella
Tekst: Erik van Nieukerken, Naturalis
Foto’s: Tina Schulz; Erik van Nieukerken