Al eeuwenlang verbouwen de Marrons, afstammelingen van Afrikanen die de slavernij ontvluchtten, rijst in de binnenlanden van Suriname en Frans-Guyana. Nieuw genetisch onderzoek van Wageningen University & Research en Naturalis heeft de herkomst van deze rijst ontrafeld. De vele variëteiten weerspiegelen 350 jaar koloniaal verleden.
De verhalenvan de voorouders
Tussen 2017 en 2023 interviewden Etnobotanie-hoogleraar Tinde van Andel en promovendus Nicholaas Pinas bijna honderd vrouwen in de binnenlanden van Suriname en Frans-Guyana. Welke typen rijst planten zij en waar komt die rijst volgens hen vandaan? In veel verhalen klonk door dat hun voorouders de rijst hadden meegenomen uit West-Afrika. Bij het verzamelen van de verhalen hielp het dat Pinas zelf afkomstig is uit een Marrongemeenschap: “Ik heb er familie en ik spreek de talen. Heb je één vrouw gesproken, dan bereik je via haar weer een andere vrouw in een andere gemeenschap. Het is essentieel dat je als onderzoeker een vertrouwensband opbouwt.”
Rijst is een stapelvoedsel van de Marrons. In Suriname en Frans-Guyana eten zij al eeuwenlang rijst van eigen akkers, die overal in het bos rond nederzettingen te vinden zijn. Van oudsher zijn het de vrouwen die telen, wat verklaart waarom veel variëteiten een vrouwennaam dragen. Vaak zijn het namen van vrouwen die in opstand waren gekomen tegen plantagehouders, of die heldhaftig aan slavernij wisten te ontsnappen en op hun vlucht rijstzaden meesmokkelden. Zoals alisi Seei, ‘de rijst van Seei’, een uit Ghana afkomstige vrouw.
Rijst voorbij ceremonies
Wageningers prof. dr. Eric Schranz en evolutiebioloog Marieke van de Loosdrecht analyseerden het DNA van 136 rijstvariëteiten van de Marrons en vergeleken het met 1.400 variëteiten afkomstig uit heel de wereld. En inderdaad: een groot deel van de onderzochte Marron variëteiten is genetisch nauw verwant aan oude cultuurrassen uit West-Afrika. Van Loosdrecht: “Tijdens de trans-Atlantische slavenhandel werden zowel Afrikaanse zwarte rijst als Aziatische rijst uit West-Afrika naar Noord- en Zuid-Amerika verscheept. Gevluchte Marrons namen de zaden van plantages mee naar de binnenlanden.” De ‘zwarte’ rijst is inheems-Afrikaanse rijst. Deze wordt in de meeste Marrondorpen nog steeds verbouwd, vooral voor voorouderceremonies. De oudste Aziatische rijstvariëteiten van de Marrons stammen af van rijst die door de Portugezen vanuit de Filippijnen en Maleisië vanaf 1520 in West-Afrika terechtkwam.
De geschiedenis van het landis terug te zien in de rijst
Het zijn volgens Van de Loosdrecht niet de enige geografische vindplaatsen die te koppelen zijn aan episodes uit de koloniale geschiedenis van Suriname: “We hebben ook unieke variëteiten gevonden met een lange kafnaald en genetische sporen die typerend zijn voor Javaanse rijst. We kunnen dit linken aan de komst van Javaanse contractarbeiders die in de periode van 1863 tot 1930 naar Suriname werden gehaald.”
Rond 1932 ontwikkelden veredelaars in de Verenigde Staten de rijstsoort Rexora. Sommige variëteiten van marronrijst zijn nazaten van deze Rexora-rijst. Archiefbronnen melden dat er in 1936 een zak naar de Marrons is gestuurd. En dan is er nog de Hmong-rijst. De Hmong is een bevolkingsgroep in China, Laos, Vietnam en Thailand. Tijdens de oorlog in Vietnam ontvluchtten veel Hmong hun land. Een deel van hen vestigde zich in Frans-Guyana met eigen meegenomen rijst. Bij de Marrons is een variëteit hiervan terug te vinden.
Klimaatbestendige rijstteelt
Nu wordt de markt voor rijst op wereldschaal gedomineerd door een beperkt aantal commerciële variëteiten die onder zeer specifieke omstandigheden grote hoeveelheden kunnen produceren. Dit is riskant in een snel veranderend klimaat. Volgens Pinas hanteren de Marrons al eeuwenlang een fundamenteel andere strategie: zij laten hun rijst veel meer met rust: “Op diverse plekken proberen ze veel verschillende variëteiten uit. Variëteiten die het bijvoorbeeld op een natte oeverbank goed doen, blijven daar staan. De genetische variatie van al die rijst waarover ze beschikken is zo groot dat ze overal kunnen meebewegen met de ecologische omstandigheden. Ze zijn continu bezig hun landbouw te optimaliseren. Tegelijkertijd hebben ze geen pesticiden en kunstmest nodig.”
Robuuste landbouwgewassen voortbrengen binnen de bestaande ecologische grenzen: de Marrons zijn er al eeuwenlang bedreven in. En dat is een belangrijke les in een tijd dat ecosystemen juist worden uitgeput.